Maria stond nét niet met haar kinderen op straat

“Terwijl ik mijn spaarrekening iedere maand kleiner zag worden wist ik dat het niet meer lang zou duren voordat ik op straat kwam te staan.” Maria* was een alleenstaande moeder van drie kinderen en kwam voor geen enkele hulp in aanmerking. “Zolang er nog spaargeld over was moest ik maar afwachten. Maar ik had geen inkomen dus geen recht op een huurhuis. Ik kon dus niet anders dan wachten tot ik echt in de problemen zat.”
 
Maria had alles wat haar hartje begeerde. Een man, drie leuke kinderen en twee huizen op hun naam. Het leek te mooi om waar te zijn. Helaas was het dat ook. “Ongeveer​ tien jaar geleden begonnen de problemen. Ik had een goedbetaalde baan op hbo-niveau. Deze baan eiste zijn tol en ik kwam overspannen thuis te zitten. Snel daarna kwam ik erachter dat mijn man een affaire had. Mijn vaste basis zakte in één klap onder mijn voeten vandaan.”
 
Maria vroeg een scheiding aan en dacht haar zaken goed op orde te hebben. “Met zijn tweeën verdienden we goed. We hadden twee huizen in bezit dus ik had geen grote geldproblemen verwacht. Maar zonder inkomen kon ik het ‘extra’ huis niet overnemen. Het werd verkocht, gelukkig met overwaarde. Ik hield er een paar duizend euro aan over en dacht gemakkelijk een nieuwe toekomst op te kunnen bouwen. Niets leek echter minder waar.”
 
Maria strandde in een oververhitte woningmarkt. “Door mijn levensloop had ik totaal geen zicht op de sociale regelgevingen. Blijkbaar had ik op een sociale huurwoning geen recht, ik had namelijk te veel spaargeld. Tegelijkertijd was het veel te weinig om te kopen en zonder inkomen kreeg ik geen hypotheek. Particuliere huur was dus de enige optie.” Maria betaalde maandelijks bijna € 1.500,- huur terwijl er nog geen € 1.000,- binnenkwam aan alimentatie en een UWV-uitkering. “Die mooie spaarpot zag ik voor mijn ogen verdampen, en ik kon er niets tegen doen.” Werken was geen optie, door de driedaagse dagbehandeling bij het GGZ, de zorg voor drie jonge kinderen en door deels arbeidsongeschikt gekeurd te zijn door het UWV.
 
Al van het begin af aan trok Maria aan de bel. “Maar zolang ik dat spaargeld had zat ik muurvast.” Ondertussen verhuisde ze twee keer in twee jaar tijd. “Dat is het nadeel van particuliere huur. Huizen worden verkocht en contracten verbroken. Daarnaast betaal je veel te veel geld voor wat je ervoor terug krijgt. Maar ik moest wat! Ik kon natuurlijk niet met mijn drie kinderen op straat komen staan.”
 
Toen ook het tweede huurcontract ten einde liep en Maria geen nieuwe woning vond vroeg ze urgentie bij de woningbouw aan. “Mijn spaargeld was al voor een groot deel ingeteerd maar urgentie kreeg ik niet. Dat is voor mensen met kinderen die anders op straat komen te staan. Ja, ik had drie kinderen, maar die zouden niet dakloos worden als ik mijn huis uit moest. De vader had toch een huis?! Dan breekt je hart.”
 
Maria stond op slechte voet met haar ex en geloofde niet in zijn manier van opvoeden. “Als laatste redmiddel verhuisden we naar de camping. Een zware periode voor mij, maar nog zwaarder voor de kinderen. Twee van de drie kozen er dan ook voor om toch bij hun vader te gaan wonen. De jongste bleef, achteraf omdat ze mij niet in de steek wilde laten. Ik heb zo hard gehuild toen ik dat hoorde!”
 
Door haar situatie durfde Maria eindelijk de emotionele drempels over te gaan en vroeg ze om hulp. “Ik klopte aan bij de gemeente en algemeen maatschappelijk werk, maar ik werd niet gehoord en niet geholpen. ‘Zet je kinderen maar bij je ex neer dan kun je vanavond nog naar Den Herd (daklozenopvang).’ Dan sta je met je mond vol tanden. Ik hoop dan ook dat ze bij dit soort instanties meer oog krijgen voor de mensen die voor ze staan. Dat ze naar mensen luisteren, proberen in te leven, in plaats van te verwijzen naar standaardprocedures.”
 
Na nog een paar weken op de camping kreeg Maria eindelijk een huis. “Het is niet wat we vroeger hadden, maar het is van ons. Ik kan hier blijven wonen en bouwen aan een nieuwe toekomst. En eindelijk intensiever werken aan mezelf! De burn-out waar het mee begon heb ik in al die jaren nooit echt kunnen verwerken. Ik was aan het overleven: alles stond in het teken van de kinderen. Nu hoop ik binnenkort voorzichtig weer wat werkzaamheden op te kunnen pakken.”
 
Maria heeft zich nooit zorgen gemaakt over zichzelf maar maakt zich nog altijd druk om haar drie kinderen. “Ik wil hun alles geven. Ik wil niet dat zij keuzes maken op basis van geld of dingen moeten laten. Zo kwam ik er laatst achter dat één van mijn kinderen van studiekeuze was geswitcht. Niet omdat de andere studie haar leuker leek, maar omdat de studie goedkoper was. Die keuzes maken ze zonder met mij te overleggen. Dat wil ik niet. De geldproblemen zijn voor mij, daar mogen mijn kinderen geen last van hebben!
 
* Maria is niet haar echte naam. Deze tekst is geschreven n.a.v. een interview met één van de Helmondse moeders die leven onder de armoedegrens.
 

Origineel weergeven